Onder de kap zit nog steeds de 2148cc viercilinder common-rail diesel die bij Mercedes van het schab werd geplukt. Voortaan levert die –onder meer door een meer geavanceerde turbo- wel 150 in plaats van 121pk. Het koppel van 300Nm, permanent ter beschikking tussen 1.600 en 2.600t/min blijft evenwel onveranderd. De diesel vonden we eerder nipt voor de haast 1.6 ton zware PT, maar het extra vermogen doet de auto goed. Met 150pk is het model aangenaam vlot door het verkeer te sturen. De sprinttijd is verbeterd van 12,1 naar 10,8 seconden. Je moet nog steeds proberen de naald van de toerenteller boven 2.000t/min te houden, maar het enerveert een pak minder dan voorheen. Sterker nog, de PT rijdt ronduit prettig. De stuurinrichting prompt zelfs een snedige reactie van de voortrein, ook al wordt dat niet goed gecommuniceerd. En het remsysteem, hoewel ook geen toonbeeld van finesse of uithouding, volstaat ruimschoot voor het rijgedrag dat de PT propageert. Geen slecht woord over te verzinnen. Het testverbruik was eerder (bij een test van de 121pk-versie) aan de hoge kant – 8,1l/100km, maar dat is ondanks de betere presaties meet twee deciliter gezakt.
De ophanging vooraan bestaat uit McPherson veerpoten met schroefveren – een moderne constructie. Achteraan gebruikt Chrysler een Torsieas; en dat wordt –behalve op bestelwagens- toch een zeldzaamheid. De afstelling kunnen we niettemin nog steeds smaken. De meeste oneffenheden worden goedmoedig afgevlakt en het weggedrag is braaf onderstuurd. Wie de PT-Cruiser in de stad inzet, zal de draaicirkel vrij snel als een handicap beschouwen. Die is met 12m (tussen stoepranden – niet eens tussen muren) in één woord gigantisch.