Toen Chrysler’s PT Cruiser in 1999 als prototype op het Autosalon van Detroit werd voorgesteld, bracht het retromodel bij de Amerikaanse consument een golf van positieve reacties op gang. Wanneer niet lang daarna het productiemodel verscheen, was Chrysler stevig in z’n nopjes want op de Amerikaanse markt bleek het model een regelrechte topper. En hoewel de verkoopscijfers de laatste jaren stevig achteruit ploegen, heeft Chrysler deze zomer z’n miljoenste PT Cruiser kunnen produceren. Toch zijn er ook kopzorgen; Chrysler schijnt –mede omwille van de tanende interesse- niet goed te weten wat ze in de toekomst met het product aan moeten vangen. Want hoe laat je retro-vormgeving evolueren? Een probleem dat bijvoorbeeld VW ook heeft met de Beetle. Alleen BMW schijnt een duidelijke beslissing te hebben genomen over de stijlrichting voor het nieuwe Mini, waar eigenlijk alles blijft zoals het was. Om de interesse van het Amerikaanse publiek aan te zwengelen diende zich ook een opfrisbeurt aan, die vorig najaar werd aangekondigd en sinds dit jaar ook in Europa in de catalogus staat. De uiterlijke wijzigingen -opgesomd bij Exterieur- zijn uiteraard discreet. Daarnaast wordt het interieur verbeterd. De belangrijkste nieuwigheid voor Europa is nog de komst van een nieuwe dieselmotor. De ‘oude’ 2.2 CRD vonden we tijdens een eerdere test ‘nipt’, dus er is potentieel voor deze rijker van paarden voorziene oliestoker.
Het gamma omvat een atmosferische 1.6l en 2.4l benzinemotor en een turboversie van die laatste, naast de 2.2 diesel. In het aanbod maken – in opgaande lijn - de Classic, Touring, Limited en GT de dienst uit. Aan de 1.6 hangt vanzelfsprekend het laagste prijskaartje; € 15.900. De diesel is er vanaf € 20.000. We reden met de PT Cruiser Route 66 (een speciale reeks) die enkel leverbaar is met de 2.2 CRD en uitsluitend in geel of zwart wordt gelakt. De kostprijs ervan bedraagt € 23.100, inclusief de Boston Acoustics geluidsinstallatie, snelheidsregelaar, specifieke badges en moeilijk te missen uiterlijke opsmuk.