De PT Cruiser werd bij z’n lancering in 2000 haast onmiddellijk tot lieveling van het Amerikaanse publiek gebombardeerd. Maar omdat er wat sleur in de relatie sloop, introduceert Chrysler – dat nog steeds niet goed weet welke lijn het voor de opvolger moet volgen – enkele nieuwe elementen. De stijlevoluties aan de buitenkant zijn discreet en beperken zich tot een andere grille, lichtblokken, bumpers en velgen. De materiaalkeuze in het interieur liet ernstig te wensen over (een typisch Amerikaanse ‘tic’) en daar is nu verbetering in gekomen. Een goede leerling valt van de Cruiser evenwel niet te maken. Het interieur is daarentegen wel praktisch, comfortabel en ruim. De monovolume-structuur levert achteraan veel knie- en voetruimte op. De belaadbaarheid vaart wel bij de neerklapbare en zelfs verwijderbare achterbank. De koffer slikt tot 1.821l.
Het rijgedrag van de PT Cruiser is goedmoedig en comfortabel als voorheen. Je voelt dat er niets steeds van de modernste oplossingen gebruik is gemaakt, al stoort dat nauwelijks. De 2.2 CRD dieselmotor werd opgewaardeerd en levert nu bij een gelijk gebleven koppel van 300Nm 150 in plaats van 121pk. En dat doet de 1,6 ton zware Amerikaan goed. De sprinttijd verbetert een beetje, het verbruik gaat 2 deciliter omlaag en de prestaties gaan van ‘nipt’ naar voldoende vlot. De instapper (1.6 benzine) is er vanaf € 15.900. De diesel kost minstens € 20.000 en onze speciale testserie (vooral herkenbaar aan de uiterlijke opsmuk en de gele of zwarte koetswerkkleur) wisselt voor € 23.100 van eigenaar.