Het succes van een breed gamma vrijetijdsvoertuigen – de SUV voorop – is de constructeurs van oorspronkelijk zeer utilitaire pick-ups niet ontgaan. Het selecte clubje van vijf Japanse autobouwers (de Europeanen komen er in het segment niet aan te pas) kiest dan ook voor almaar meer comfort en legt meer en meer de nadruk op vormgeving. Mitsubishi gaat daarin met deze nieuwe L200 het verst. Aan de buitenzijde vallen de bolle vormen en de als stijlelement uitgewerkte laadbak op. Het interieur groeide met 15cm en biedt behalve heel wat binnenruimte ook comfortitems, als airco en bekerhouders, uit meer conventionele segmenten. De L200 blijft in tegenstelling tot de fors groter geworden Toyota Hilux en Nissan Navara ook netjes binnen de 5 meter-grens. De laadruimte schiet daar wat centimeters bij in, maar de Mitsu past als enige in een Europese standaardparkeerplaats en heeft de kleinste draaicirkel in z’n klasse.
Een nieuw, stijver, onderstel, aangepaste ophanging en nieuwe stuurinrichting zorgen voor flinke verbeteringen inzake rijgedrag. Vooral de achterophanging, die ook nog een ton kan torsen, verrast met z’n beschaafde demping. Het weggedrag is, binnen de beperkingen van het concept, voorbeeldig. De zeldzame onvoorspelbare reacties worden bovendien door actieve veiligheidsuitrusting opgevangen. De 2,5l diesel kreeg 30% trekkracht meer dan z’n voorganger en dat is voelbaar. In lege toestand is de L200 met een sprinttijd van 14,6 tellen best vlot te dirigeren. Het is vooral bewonderenswaardig dat Mitsubishi dat allemaal klaarspeelt zonder aan de basiswaarden te raken. De L200 snakt naar terrein als een junkie naar een shot en als het verleden een leidraad is voor de toekomst, dan is hij schier onverwoestbaar. Of je moest een landmijn tegenkomen…