Wie Formula Racing achterop z’n Leon wil hebben, is uiteraard bekommerd om de rijeigenschappen van het ding. En we kunnen hem of haar dan ook meteen geruststellen. Die zitten snor. Let wel, de 2.0 TDI met piëzo-injectoren maakt het de voortrein niet altijd even makkelijk. Het blok braakt immers 170pk uit bij 4.200t/min en stuurt al vanaf 1.800t/min 350Nm richting asfalt. Logisch dat onder al dat geweld het stuurtje uitslaat in de richting van de kortste aandrijfstang (links). Elke krachtige voorwielaandrijver is in datzelfde bedje ziek. Bij hernemingen en tussensprintjes is het koppel natuurlijk bijzonder prettig. Met een sprinttijd van 8,2 tellen en een top van 214km/u moet de diesel telkens de benzine laten voorgaan, maar op zowat elk ogenblik daartussenin zet de oliestoker de 200pk sterke turbomotor in z’n hemd. Toch heeft de benzine nog een voordeel; hij reageert namelijk wat lichtvoetiger. De diesel is grote maatjes met de buitenzijde van de bocht en je moet noodgedwongen van het gas af om de neus in de goede richting te laten wijzen.
De stuurinrichting, remmen en handbak voldoen zonder dat je over riante reserves spreekt. Dat is ook niet nodig bij een auto die slechts sporadisch het onderste uit de kan moet halen. Lof is er wel voor de ophanging. Die is nog wat stugger dan bij de Golf GTI en bijna net zo efficiënt. En het gevreesde achttienduims lichtmetaal met 225/40 laagprofielrubber gaat niet bij elke oneffenheid op het tandvlees. De Leon FR kan een pak beter overweg met het slechte Belgische wegdek dan we hadden durven hopen.