Over het complexe en barokke lijnenspel van ontwerper Chris Bangle lopen de meningen uiteen. Velen claimen zelfs dat dat een kenmerk is van goed design. Kritiek op de vorm van deze Coupé is daarentegen zeer zeldzaam. Het vloeiende lijnenspel met het bolle dak en een taps toelopende koffer die eindigt in een kleine geïntegreerde vleugel waardoor het geheel vaag kenmerken van een eendenstaart overneemt – zij het lang niet zo extreem als de Porsche 911 Ducktail van weleer – staat de Z4 immers als pikante lingerie op een topmodel.
Om het geheel van een kofferklep te voorzien, moesten enkele kunstgrepen toegepast worden. Daardoor werd de klep met geïntegreerde achterruit behoorlijk fors en zit eronder een heel groot rolgordijn – dat samen met de klep omhoog gaat – om de bagage aan het zicht te onttrekken. Het spreekt voor zich dat de Coupé wat ruimte kan terugveroveren op het klapdak en dat de grote laadopening de belaadbaarheid en het gemak bevorderd. De belangrijkste naden lopen gelijk met de gordellijn en vallen nauwelijks op. Naijver dus, maar wel goede.