Vooraan is het al Brera wat de klok slaat. De typische, diep liggende en naar de bestuurder georiënteerde klokken dicteren de sportieve sfeer die rond middenconsole in aluminiumlook (standaard op de topversies) hangt. De wijzerplaten zijn rond, en liggen wat minder diep dan we van Alfa gewend zijn. Wellicht een praktische beperking in het ontwerp. De positie van het stuurwiel en het zitmeubilair is zo dat je in een wat afwijkende, sportieve zithouding wordt gedwongen. Iets wat bij elke Alfa weer terugkomt. Dat is ook verre van oncomfortabel. Het zitmeubilair biedt goed steun, maar echte sportzetels zijn het niet. Daarvoor zijn ze onvoldoende diep uitgesneden. Het weggedrag vraagt niet meer, maar de ‘ambiance’ die rond deze auto hangt misschien wel.
De Spider pretendeert geen 2+2 te zijn. Het excuus voor een achterbank dat de Brera nog siert, is hier achterwege gelaten. In de plaats daarvan krijg je krijg je afsluitbare opbervakken. Véél handiger dan een achterbank die tot niets dient. Overigens kan je er ook nog een sportzak stapelen of misschien een huisdier laten plaatsnemen. Als Cabrio scoort de Spider goed; het plexiglazen windscherm en een gunstige luchtstroom over de wagen, houden het binnenin vrij lang tochtarm. Met zetelverwarming en de verluchting zo heet mogelijk, kan je dan ook bij lage temperaturen van open rijden genieten zonder dat je dat meteen met een longontsteking bekoopt. De koffer is dan weer bijzonder onpraktisch. Op zich valt op de maximale laadcapaciteit van 253l in deze klasse niet zo veel aan te merken, maar Alfa vond het niet nodig de kofferklep van enige vorm van uitsnijding te voorzien. Als je dan bijvoorbeeld een bak water wil laden – waarvoor probleemloos voldoende plaats is – dan moet je die steeds tot boven je middel heffen.
De Spider pretendeert geen 2+2 te zijn. Het excuus voor een achterbank dat de Brera nog siert, is hier achterwege gelaten. In de plaats daarvan krijg je krijg je afsluitbare opbervakken. Véél handiger dan een achterbank die tot niets dient. Overigens kan je er ook nog een sportzak stapelen of misschien een huisdier laten plaatsnemen. Als Cabrio scoort de Spider goed; het plexiglazen windscherm en een gunstige luchtstroom over de wagen, houden het binnenin vrij lang tochtarm. Met zetelverwarming en de verluchting zo heet mogelijk, kan je dan ook bij lage temperaturen van open rijden genieten zonder dat je dat meteen met een longontsteking bekoopt. De koffer is dan weer bijzonder onpraktisch. Op zich valt op de maximale laadcapaciteit van 253l in deze klasse niet zo veel aan te merken, maar Alfa vond het niet nodig de kofferklep van enige vorm van uitsnijding te voorzien. Als je dan bijvoorbeeld een bak water wil laden – waarvoor probleemloos voldoende plaats is – dan moet je die steeds tot boven je middel heffen.