Hoewel de vorige – en eerste – A6 Allroad binnen z’n categorie een succesnummer was, bleef er lang onduidelijkheid over de toekomst van de ‘avontuurlijke’ A6. Immers, wie een Audi wou met wat off-road-eigenschappen, zou die niet overstappen op de grotesk grote Q7? De marketingjongens bedachten net op tijd dat beide modellen een verschillend publiek zouden aanspreken en dat ze dus allebei bestaansrecht hadden. Aan de positionering van de Allroad werd een klein beetje gesleuteld; het model wordt wat stijlvoller en luxueuzer in de markt gezet dan z’n voorganger. Ideaal voor de stadsjungle.

Het motorenpallet bestaat uit in onze contreien zelden opgemerkte benzines (een 3.2 V6 met 255pk en een 4.2 V8 met 350pk) en dubbel zo veel dieselversies als in het buitenland. Dat is aan de onlogische Belgische fiscaliteit te danken. Om de BIV wat binnen de perken te houden is er een 2.7 TDI met 163pk en een variant met 180pk en wordt de 3.0 TDI met 211pk, dan wel 233pk geleverd. De benzines wisselen van eigenaar voor respectievelijk € 52.220 en € 69.130. De 2.7 TDI is er vanaf € 49.900 en dat is gek genoeg ook meteen de basisprijs van de 3.0 TDI. En het vergelijk met de Q7 dat zichzelf hier opdringt, brengt aan het licht dat de A6 Allroad telkens wat duurder is dan de SUV. Het gaat van enkele honderden tot goed € 2.000. Wedden dat ze dat aan de schoolpoort anders inschatten?

De 211pk sterke test-diesel tikt af op € 64.676. De grootste happen uit het budget zijn afkomstig van de Kit Adventure (GPS, boordcomputer, Xenon koplampen…) en de Kit Countrystyle (Metaalkleur, Lederen interieur, Verwarmde voorzetels, Parkeerhulp en een snelheidsregelaar) die telkens € 3.500 kosten.