Dat Citroën een aanzienlijke vertraging -enkele jaren- bij de commercialisering heeft moeten incasseren, is vooral in het interieur te merken. Het meest tastbare bewijs daarvan is de afwezigheid van het stuurwiel met vaststaand middendeel. Omdat daarin een betere airbag gemonteerd kan worden, zou Citroën die kans niet hebben laten liggen. Ook het digitale instrumentenpaneel -behalve wanneer de zon er op valt perfect afleesbaar- en de grote verzameling knopjes op de middenconsole zijn daarvan getuigen. Nochtans valt op de ergonomie weinig aan te merken. Integendeel, de head-up display die onder meer de snelheid en de instructies van het navigatiescherm voor de bestuurder op de voorruit projecteert, zorgt ervoor dat je minder vaak en -lang je blik van de weg moet afnemen. Kijken we naar enkele creaties uit het verleden, dan is de vormgeving eerder behouden. Toch zitten er enkele leuke details in; niet in het minst de halfronde (gedempte) opbergvakken in de deuren, die in klassevol hout zijn uitgevoerd.

Op de zithouding en het zitmeubilair valt helemaal niets aan te merken. Het voelt behaaglijk comfortabel aan, maar door z'n zachte kuipvorm schuif je ook niet elke bocht tegen de deur of middenconsole. Achteraan is het ook prinsheerlijk toeven. Je zit er als vanouds laag, waardoor de hoofdruimte zelfs voor een dubbele meter voldoende moet zijn. De afwerking en de materiaalkeuze haalt het misschien niet bij de Duitse berlines in dezelfde klasse, maar het reiscomfort wedijvert probleemloos. Hoewel het er zo niet uitziet, slikt de koffer toch nog 488l en dat is aardig. Terwijl de C6 de indruk van een vijfde deur wekt (zoals de XM), is het toch een conventionele sedan. De kofferklep is evenwel diep uitgesneden, waardoor de belaadbaarheid bovengemiddeld goed is. De achterbank laat zich gewillig neerklappen om de bagagecapaciteit uit te breiden, maar de doorlaadopening is eerder smal.