Volvo's vlaggenschip, de S80, is sinds de herfst van 2006 aan zijn tweede generatie toe. De eerste generatie debuteert vrij kort nadat het Amerikaanse Ford zijn vlag had gehesen boven het Volvo-embleem. Met de transactie die op 1 maart 1999 werd bezegeld, was een bedrag gemoeid van 6,45 miljard dollar. Dat waren boeiende tijden...
Enerzijds was de S80 in die tijd de eerste Volvo die uitpakte met een ‘hedendaags' design en ronduit elegant oogde in vergelijking met de traditioneel zeer hoekige lijnen van het Zweedse merk, terwijl hij toch nadrukkelijk de typische Volvo-eigenheid koesterde en ook uitstraalde. Anderzijds was er de dreiging van de Amerikaanse reus, die mogelijk een legertje gevoelloze ‘kostcutters' naar Göteborg zou sturen om abrupt een einde te maken aan de frivole designevolutie die met de S80 was ingezet en mogelijk zelfs het hele Volvo-karakter zouden ontwrichten. Boeiende tijden ook, omdat de twee Zweedse automerken Saab en Volvo, die beiden vanuit hun historiek nooit verlegen zaten om eigenzinnigheid, voor hun verdere toekomst onder vreemde - Amerikaanse - vlag moesten vechten om de gunsten van het publiek. We moesten met lede ogen aanzien hoe Saab wegkwijnt omdat GM er niets van heeft begrepen en het trotse, vooruitstrevende merk de lucht uitknijpt door het te devalueren tot een weinig emotionerende Opel-kloon. Gelukkig heeft Volvo wel de wind in de zeilen en heeft het zich kunnen bewijzen als fonkelend kroonjuweel van de Ford-groep. Het is ondergebracht in de ‘Ford Premier Automotive Group', waar het in het gezelschap vertoeft van Jaguar, Land Rover, Lincoln, Mercury en tot voor kort ook nog Aston Martin.
De meer vloeiende, elegantere designlijnen die de eerste generatie van de S80 uitzette, kregen een vervolg met de S60 en zeker met de actuele S40/V50. De S80 mocht dan ook niet achterblijven en moet aansluiting vinden met de huidige, nog vloeiender vormentaal van het merk. Tevens was Volvo het aan zichzelf verplicht om een nieuw statement te maken als veiligheidsexpert, zeker nu de autokoper meer gevoeligheid toont voor dit (aankoop)argument. Hoewel de Volvo S80 het hoogste autoaanbod belichaamt dat het Zweedse merk in de catalogus heeft, moet hij de concurrentie aangaan met prestigemerken waarvoor de hiërarchische ladder nog lang niet ophoudt.
Gaan we zuiver op de afmetingen af, dan plaatst de Volvo S80 zich naast de Audi A6, BMW 5 en Mercedes-Benz E-Klasse. Onder de Ford-vlag kruist de Jaguar S-Type zijn wegen, terwijl de concurrentie uit Franse hoek - Citroën C6, Peugeot 607 en Renault Velsatis - hem nauwelijks zal deren. Van de Italiaanse Lancia Thesis ligt hij allicht nog minder wakker. Het Duitse trio echter, pakt uit met versies die vlotjes naar het dubbele bedrag opklimmen van waar Volvo zijn plafond legt, terwijl ze ook nog eens verleiden met modellen die daar een pak bovenuit stijgen (o.a. Audi A8, BMW 7-Reeks, Mercedes-Benz S-Klasse) of die meer variatie brengen in dezelfde klasse (vb. Mercedes-Benz CLS, Audi A5).
De Volvo S80 is er vanaf 35.200 euro voor de 2.4 D (163 pk), een prijs die in vergelijking tot zijn concurrenten aan de lage kant ligt: Audi doet lichtjes beter met zijn A6 2.0 TDI (140 pk; vanaf 34.360 euro), maar BMW wil al 37.100 hebben voor een 520d (163 pk), terwijl Mercedes-Benz minimaal 41.261 euro wil afrekenen voor een E220CDI (163 of 170 pk). De uiterst volledige topuitvoering - de S80 D5 Executive - staat vanaf 50.330 euro in de prijslijst, wat erg concurrentieel is t.o.v. het bejubelde Duitse trio. Het hoogste prijskaartje dat Volvo op zijn S80 opplakt, toont 66.250 euro voor de V8 Geartronic Executive.
Enerzijds was de S80 in die tijd de eerste Volvo die uitpakte met een ‘hedendaags' design en ronduit elegant oogde in vergelijking met de traditioneel zeer hoekige lijnen van het Zweedse merk, terwijl hij toch nadrukkelijk de typische Volvo-eigenheid koesterde en ook uitstraalde. Anderzijds was er de dreiging van de Amerikaanse reus, die mogelijk een legertje gevoelloze ‘kostcutters' naar Göteborg zou sturen om abrupt een einde te maken aan de frivole designevolutie die met de S80 was ingezet en mogelijk zelfs het hele Volvo-karakter zouden ontwrichten. Boeiende tijden ook, omdat de twee Zweedse automerken Saab en Volvo, die beiden vanuit hun historiek nooit verlegen zaten om eigenzinnigheid, voor hun verdere toekomst onder vreemde - Amerikaanse - vlag moesten vechten om de gunsten van het publiek. We moesten met lede ogen aanzien hoe Saab wegkwijnt omdat GM er niets van heeft begrepen en het trotse, vooruitstrevende merk de lucht uitknijpt door het te devalueren tot een weinig emotionerende Opel-kloon. Gelukkig heeft Volvo wel de wind in de zeilen en heeft het zich kunnen bewijzen als fonkelend kroonjuweel van de Ford-groep. Het is ondergebracht in de ‘Ford Premier Automotive Group', waar het in het gezelschap vertoeft van Jaguar, Land Rover, Lincoln, Mercury en tot voor kort ook nog Aston Martin.
De meer vloeiende, elegantere designlijnen die de eerste generatie van de S80 uitzette, kregen een vervolg met de S60 en zeker met de actuele S40/V50. De S80 mocht dan ook niet achterblijven en moet aansluiting vinden met de huidige, nog vloeiender vormentaal van het merk. Tevens was Volvo het aan zichzelf verplicht om een nieuw statement te maken als veiligheidsexpert, zeker nu de autokoper meer gevoeligheid toont voor dit (aankoop)argument. Hoewel de Volvo S80 het hoogste autoaanbod belichaamt dat het Zweedse merk in de catalogus heeft, moet hij de concurrentie aangaan met prestigemerken waarvoor de hiërarchische ladder nog lang niet ophoudt.
Gaan we zuiver op de afmetingen af, dan plaatst de Volvo S80 zich naast de Audi A6, BMW 5 en Mercedes-Benz E-Klasse. Onder de Ford-vlag kruist de Jaguar S-Type zijn wegen, terwijl de concurrentie uit Franse hoek - Citroën C6, Peugeot 607 en Renault Velsatis - hem nauwelijks zal deren. Van de Italiaanse Lancia Thesis ligt hij allicht nog minder wakker. Het Duitse trio echter, pakt uit met versies die vlotjes naar het dubbele bedrag opklimmen van waar Volvo zijn plafond legt, terwijl ze ook nog eens verleiden met modellen die daar een pak bovenuit stijgen (o.a. Audi A8, BMW 7-Reeks, Mercedes-Benz S-Klasse) of die meer variatie brengen in dezelfde klasse (vb. Mercedes-Benz CLS, Audi A5).
De Volvo S80 is er vanaf 35.200 euro voor de 2.4 D (163 pk), een prijs die in vergelijking tot zijn concurrenten aan de lage kant ligt: Audi doet lichtjes beter met zijn A6 2.0 TDI (140 pk; vanaf 34.360 euro), maar BMW wil al 37.100 hebben voor een 520d (163 pk), terwijl Mercedes-Benz minimaal 41.261 euro wil afrekenen voor een E220CDI (163 of 170 pk). De uiterst volledige topuitvoering - de S80 D5 Executive - staat vanaf 50.330 euro in de prijslijst, wat erg concurrentieel is t.o.v. het bejubelde Duitse trio. Het hoogste prijskaartje dat Volvo op zijn S80 opplakt, toont 66.250 euro voor de V8 Geartronic Executive.