Met de introductie van de 997 in 2004 werden enkele verbeteringen aan het interieur doorgevoerd. De tellers garanderen sindsdien een betere afleesbaarheid, de pedalen zijn verder naar achteren geplaatst om langere bestuurders meer comfort te bieden en de materialen werden duchtig opgewaardeerd. En toch bleef het model onmiskenbaar aanvoelen als een 911, met z'n grote centraal geplaatste toerenteller die door kleinere ronde klokjes wordt geflankeerd. Allemaal aanpassingen die we uiteraard ook op de Targa terugvinden. Verschillen zijn er nauwelijks, maar de dakconstructie levert toch enkele voordelen op. Als je niet houdt van overdreven lichtinval kan je elektrisch het horizontale deel van het dak met een rolgordijn verduisteren. Daarachter zit de achterruit die bij de Targa - en dan ook alleen bij de Targa - dienst doet als kofferklep. Daardoor is de laadruimte achter de twee noodzitjes goed bereikbaar. Daarvoor dient het dak vanzelfsprekend gesloten te zijn. In open toestand schuift het dakpaneel immers onder die klep. Vooraan is overigens ook nog eens plaats voor 123l bagage, in een perfect regelmatig gevormde kofferruimte tussen de voorwielen.
De achterste zitplaatsen hebben een zuiver academische waarde. Ze zijn in wezen onbruikbaar. En zeker bij de Targa, omdat de dakconstructie de toch al veel te krappe hoofdruimte er verder beknot. Overigens levert het dakmechanisme ook het enige punt van kritiek op; de assemblage vertoont speling en dat genereert behoorlijk wat parasietgeluiden op. De eigenaars van de vorige generatie hadden dat al bovenaan hun lijstje met ergernissen geplaatst. Het euvel is wel verbeterd, maar niet verholpen. Zonde voor een auto in deze (prijs-)klasse.