Fiat besteedde veel aandacht aan de aankleding van het interieur. Bij onze sport-versie uit zich dat onder meer in de hoogtechnologisch ogende bekleding (celstructuur) in een diep kersenrood. Bovendien werd ook de achterbank bedacht met contraststukken die het lichaam in een bocht beter op hun plaats verankeren. De boordplank is uitgevoerd in een materiaal dat geacht wordt koolstof te imiteren, maar we zijn er nog niet uit of we dat al dan niet geslaagd vinden. De rijhouding is vrij van kritiek, maar over de afleesbaarheid van de instrumenten kunnen we wel wat woorden vuil maken. De twee grote analoge wijzerplaten, ingekapseld in plastic kokers, zijn bijzonder slecht afleesbaar. Het is bij tijden, afhankelijk van de lichtinval, zelfs onmogelijk om uit te maken of je nu 120 of 160km/u rijdt. En mét verlichting is er nauwelijks verbetering merkbaar.
Door de hoge achterbumper moet je een flinke laaddrempel overwinnen, wil je iets in de koffer zetten. De inhoud daarvan is dan weer een regelrechte meevaller. Er past liefst 400l in. De achterbank, die bij onze testwagen de enige bron van storende geluiden vormde, laat zich neerklappen om tot 1.175l laadvolume te bieden.