Het autootje oogstte sympathie bij arm en rijk, man of vrouw, waar ook ter wereld. Misschien was dat wel de aanzet voor BMW om in 2001 een unieke revival van dit icoon uit de autogeschiedenis in te luiden. Of was het veeleer om toch nog een mooi souvenir te bewaren aan het weinig glansrijke avontuur met het Britse Rover? Ons maakt het niet uit. Vast staat dat de MINI sindsdien opnieuw uitgegroeid is tot een absolute publiekslieveling. Wie hem niet kan of wil kopen, vindt hem zonder veel discussie sympathiek. Wie hem wel wil en kan kopen, heeft hem al lang tot het exclusieve niveau van ‘lifestyle'-auto verheven. Hoezeer we ons hoofd ook pijnigen, we moeten toegeven geen directe concurrentie te kunnen aanwijzen voor de Mini. Eventueel kunnen we in eigen huis enkele versies van de BMW 1 aanstippen, er ook nog de Audi A3 en Volvo C30 bijslepen, maar dat trio zoekt eigenlijk toch een andere klantenkring. Niet voor niets zijn er al geruime tijd geruchten dat Audi een A1 op stapel zou hebben. De gedane uitspraken rond het laatste grote conflict bij VW Vorst, met de logowissel van VW naar Audi, bevestigen zelfs dat de beslissing al gevallen is om de A1 ook effectief te gaan produceren. VW's New Beetle is eveneens als ‘retroicoon' op de wereld gezet en dient zich dus aan voor een confrontatie, maar zijn zwakke score in de verkoopcijfers laat hem weer even snel naar de achtergrond verdwijnen... Heel voorzichtig zouden we nog de Lancia Ypsilon en Musa durven vooruitschuiven - liefst in ‘Platino'-uitvoering - en zelfs een Renault Clio in ‘Initiale'-opmaak voorrijden, maar hoogstwaarschijnlijk zal elke potentiële Mini-klant deze vierwielers met de nek aankijken.
Het zijn geen gewone jongens en meisjes, die Mini-klanten. Ze besteden gemiddeld 20% van de aankoopprijs aan opties. Uitgaande van een aankoopprijs van rond de 20.000 euro, betekent dit dat er gemiddeld 4.000 euro extra's bijgekocht worden en elke Mini bijna een ronde 1 miljoen oude Belgische frankskes in de BMW-kassa schuift.
Mini Cooper Inleiding
De originele Mini werd geboren in augustus 1959. Het karretje was het werk van Alec Isigonis - later Sir Alec Isigonis - en amper 3 m ‘kort'. In die tijd werden auto's dus nog aan het genie van één man toegeschreven en niet aan de anonimiteit van een ‘team'. Als revolutionaire kenmerken bezat de oer-Mini wielen die op de uiterste hoeken van de carrosserie zaten en een dwars geplaatste motor die de voorwielen aandreef. Zo ontstond ondanks ‘mini'-buitenmaten toch maximaal ruimte voor de inzittenden. Een aangenaam nevenverschijnsel van dit concept was de uitstekende wegligging, herhaald onder bewijs gesteld tijdens diverse autosportwedstrijden. Vooral in zijn extrasportieve ‘Cooper'-uitvoering gaf de oer-Mini heel wat grotere rivalen het nakijken, o.a. toen hij in 1963 met vuile voetjes door het gevestigde rallymilieu ploeterde en een overwinning in de vermaarde Monte Carlo rally op zijn naam schreef met Rauno Aaltonen aan het stuur. Een jaar later deed Paddy Hopkirk het met zijn rode Cooper S nog eens over en dat met nog meer brio.