Je mag bij een auto in het segment van de C-Klasse al wat eisen stellen als het op interieur aankomt. Zo gaan we ervan uit dat de materiaalkeuze onberispelijk is, de zetels en het stuurwiel naar perfectie in te stellen zijn en dat het meubilair garant staat voor urenlang zitcomfort zonder dat het zijdelingse steun verwaarloost. Verwachtingen die de C-Klasse ook allemaal probleemloos inlost. De aankleding van onze testwagen was weliswaar niet frivool, de uitrustingstabellen bieden voldoende mogelijkheden om aanpassingen naar smaak door te voeren. De wijzerplaat is perfect afleesbaar, alle informatie is gestructureerd en de bediening van alle elementen is even eenvoudig als intuïtief. Willen we kritiek spuien, dan moeten we ons vooral richten op details. Zo vinden we het scherm dat Mercedes in het bovenste deel van de middenconsole inwerkte (en waarvan de functies met een enkele draaiknop op de middentunnel gestuurd worden) eerder goedkoop ogen. Het centrale paneel van het stuurwiel waarin de knoppen ingewerkt zijn, vertoonde wat parasitaire reacties. Des te eigenaardiger omdat de velg zelf volstrekt vrij was van storende invloeden.
De bergruimte aan boord is voldoende. De ruimte voor de inzittenden achteraan was te verbeteren punt van de C. De wielbasis groeit wel met 4,5cm, en dat heeft een onmiskenbaar positief effect op de ruimte achterin, maar de C gooit nog steeds geen grote ogen.
Het klassieke drievolumeconcept legt vanzelfsprekend beperkingen op aan de belaadbaarheid van de kofferruimte. Die zijn evenwel minder erg dan je zou denken, want een complex scharnier beweegt de kofferklep efficiënt uit de weg om een relatief grote laadopening te creëren. De laaddrempel werd drie centimeter lager en het volume van de zeer gelijkmatig vormgegeven koffer groeide met 30l tot 485dm³. Voor een neerklapbare achterbank moet evenwel nog steeds bijbetaald worden. Fors zelfs - € 320,65 - wat Mercedes' krenterigheid in de verf zet.