De nieuwe GT blijft alvast trouw aan de filosofie achter de oer-GT; een snelle, betaalbare sportwagen leveren. Daarom was de GT destijds opgebouwd rond bestaande componenten. En dat geldt tot op zekere hoogte ook anno 2007. In tegenstelling tot het exemplaar uit de sixties, is dit specimen echter een echte wereldauto. Bij ons is het een Opel, maar elders komt het model op de markt onder de merknamen Pontiac, Saturn, Chevrolet en zelfs Daewoo. Elk model onderscheidt zich middels de stijlkenmerken van de constructeur, al zijn de uiterlijke verschillen summier. Voor deze Opel is vooral de aanwezigheid van de 2.0l turbomotor (de krachtigste uit het ganse gamma) en de handgeschakelde bak van belang. Europa laat zowel de vijftrapsautomaat als de 180pk sterke 2.4l instapmotor links liggen. En 265pk voor € 31.400 is een koopje. Hoedanook. En al helemaal als je voor die prijs een open tweezitter mee naar huis mag nemen. De optielijst is opvallend kort voor een auto in deze categorie, waar extra's de prijs meestal aandikken. Enkel metaalkleur en een lederpakket zijn het vernoemen waard. Onze testwagen was overigens van deze laatste voorzien, wat resulteert in een totaalprijs van € 32.650. Z'n vermogen trekt helaas eveneens de aandacht van de fiscus die liefst € 4.957 vraagt voor de inverkeerstelling.
Door z'n scherpe prijs blijft de GT zonder directe concurrentie. De Porsche Boxster, Mercedes SLK, Audi TT Roadster, Alfa Romeo Spider of Honda S2000 zijn allen gevoelig duurder.