Zo veelbelovend als de GT aan de buitenkant lijkt, ondanks een povere assemblagekwaliteit, zo teleurstellend is het interieur. Concessies horen bij een dergelijk auto, dus we tillen niet zo zwaar aan de piepkleine koffer (157 of 66l groot afhankelijk van de positie van het dak) of het gebrek aan opbergruimte. Maar de materiaalkeuze is ronduit teleurstellend, net als talrijke afwerkingsdetails, de weinig diep uitgesneden kuipzetels of het slechts beperkt instelbare stuurwiel. Bovendien oogt het interieur zeer banaal.
Onder de kap zit een parel; de 2.0l grote turbomotor die 265pk en 353Nm levert. Voldoende voor een sprinttijd van 5,7 tellen en een top van 230km/u tegen een zeer redelijk verbruiksgemiddelde van 9,2l/100km. Bij droog weer valt vooral het comfort van het onderstel op, terwijl regenweer aan het licht brengt dat er grote beperkingen zijn. Het is maar goed dat de stabiliteitscontrole zich hooguit in slaap laat wiegen en niet geheel uitschakelbaar is. Remmen en stuurinrichting komen ook nog in aanmerking voor verbetering.
Voor z'n prijs levert de GT zeer bewonderenswaardige prestaties. Maar het is duidelijk dat aan het prijskaartje ook belangrijke concessies gedaan werden. Toegevingen die uiteraard ook van de klant verwacht worden.