Het interieur is net zo onberispelijk als dat van eender welke andere 3. BMW scoort punten met twee volwaardige en comfortabele zitplaatsen achteraan. Vooral in gesloten toestand, want in open toestand rijden is zonder windscherm geen pretje. Daarvoor is de luchtstroom over de voorruit te turbulent. De metalen dakconstructie lijkt door het cliënteel bijzonder gewild -leiden we af uit de zondvloed aan nieuwe CC-modellen- maar vereist belangrijke concessies. Zo is de toegankelijkheid van de kofferruimte met het dak in open positie ronduit slecht. De koets wordt vanzelfsprekend zwaarder, maar door het variabele gewicht wordt ook aan snedigheid ingeboet. Juist daarom vinden we dat een auto met sportieve aspiraties, als hij al dakloos moet wezen, een stoffen dak verdient.
De 3 Cabrio blijft prettig om rijden, dankzij een communicatieve stuurinrichting, prettige versnellingsbak en sportieve M-ophanging (optioneel). Maar een speelvogel is het niet meer. Daarvoor is hij wat te groot en te brutaal. Zelfs de briljante geblazen drieliter zescilinder benzinemotor (306pk, 400Nm) verandert daar niets aan. Die combineert nochtans een leuke brom en uitstekende prestaties (de sprint neemt slechts 6 tellen in beslag) aan een zeer redelijk verbruiksgemiddelde van 9,9l/100km.