Dat elektrische auto’s als een raket uit de startblokken schieten, zijn we inmiddels gewend. Het is hier niet anders - de testversie met vierwielaandrijving en 340pk knalt naar 100km/u in 5,4 seconden: weinig relevante cijfers die vooral in het marketingverhaal van het merk passen, maar waar je in het dagelijks gebruik niets aan hebt. Automerken gebruiken die patserige acceleratie veeleer om de (hoge) prijs verteerbaar te maken. Relevantere criteria zijn het weggedrag, comfort en verbruik. En daar bleven we vooral op onze honger.

Dynamisch, maar niet comfortabel

Als Ford historisch gezien één onderscheidend kenmerk heeft, dan is het wel z’n verfijnde weggedrag. Levendig, maar ook comfortabel. Denk maar aan de Focus of Fiesta. Maar of daar in deze elektrische Capri gebouwd met Volkswagen-componenten nog veel van overschiet? Het antwoord is “neen”. Iedere versie weegt meer dan twee ton en om dat strak in het gareel te houden is voor een stugge afstelling gekozen. Zelfs op een normaal wegdek wordt dat bij het minste kuiltje of builtje snel oncomfortabel. Ook de Ford Mustang Mach-E is in dat bedje ziek, ondanks z’n meer geavanceerde ophanging. Hier wordt het nog wat extra in de verf gezet door akoestische isolatie die voor verbetering vatbaar is. Wind- en rolgeluid dringen heel overheersend het interieur binnen.

Op papier komt de Capri in de testuitvoering toe met 15kW per 100km. Een compleet onrealistisch cijfer dat alleen in de meest ideale omstandigheden binnen het bereik ligt. Op normale wegen -niet op een door het merk deskundig uitgekiende testroute- doe je er al snel meer dan twintig procent bij. Bij ideale temperaturen dan nog.