Alfa Romeo staat voor een heuse metamorfose. Nog maar eens. Het ooit zo roemrijke merk kwakkelt eigenlijk al een hele tijd voort. De modellen die die vorige herlancering moesten dragen - de Giulia en de Stelvio - zijn maar matig succesvol. En intussen werd het gamma van het merk in het middensegment gespeend. Weg zijn Mito en Giulietta. Maar onder de vleugels van het nieuwe opgerichte Stellantis (met o.a. Peugeot, Citroën en Opel) moet het nu écht gebeuren. Alfa Romeo zal er weer staan. Op steviger benen dan de vorige keren, hopelijk.
Een nieuw tijdperk voor Alfa Romeo
Met de Tonale als eerste product binnen een nieuw tijdperk mikt het merk alvast op de kern van de markt. SUVs vertegenwoordigen heden ten dage een groter aandeel dan conventionele hatchbacks. Maar z’n lancering was toch weer een beetje een processie van Echternach. Een bijna productierijpe concept kregen we al in 2019 te zien op het Autosalon van Genève. En sindsdien werd de lancering meermaals uitgesteld. Onder meer omdat Jean-Philippe Imperato, de nieuwe grote baas van het merk, de puntjes op de i wilde zetten. De Tonale moet helemaal goed zijn.
Nog niet alle prijzen bekend
Het aanbod volgt dat van de andere middenklassers die onder Stellantis gesternte geboren zijn. Gemeenschappelijke onderdelenpoelen, weet je wel. Er is een 1.5-turbobenzinemotor (130 of 160 pk) met kleine elektromotor (48 volt, 15 kW), geïntegreerd in de transmissie. Een milde hybride, al kan die volgens Alfa Romeo ook zonder de benzinemotor de (voor)wielen aandrijven. Naast deze twee milde hybrides biedt Alfa Romeo ook een vierwielaangedreven plug-inhybride met 1.3-turbobenzinemotor aan. Hiermee kun je tot 60 kilometer (en volgens Alfa Romeo in de stad zelfs 80 kilometer) elektrisch rijden. Met 275 pk is dit meteen de krachtigste versie van de Tonale. Tot slot kun je ook nog altijd dieselen, dankzij de 1.6 met 130 pk en voorwielaandrijving. De prijzen zijn nog niet helemaal uitgehamerd. De lanceereditie van de 130pk-variant kan je nu al bestellen voor 39.000 euro. Maar de 160pk-versie zal wellicht zo’n 2.000 euro meer kosten. Dat is zonder de extra’s, weliswaar. De stekkerhybride wordt natuurlijk duurder en aan de andere kant zullen er ook versies met minder uitrusting zijn die de vanafprijs na verloop van tijd zullen laten zakken.