Terwijl de prijs van nieuwe auto’s de pan uit swingt, is er één autobouwer die ogenschijnlijk beter z’n best doet om het budget onder controle te houden dan de andere. Precies: Dacia. Het merk dat een compacte gezinswagen aanbiedt voor de prijs van een stadsmini, een elektrische auto voor de prijs van een conventionele en de goedkoopste SUV op de markt in z’n catalogus heeft staan. Dit is er nog zo één: de goedkoopste zevenzitter op de markt. Naam? Jogger.
Niet veel keuze
Eenvoud troef in het gamma. Twee aandrijfvarianten die altijd een handbediende zesbak hebben. Een éénliter turbo met 100pk die niet alleen benzine, maar ook LPG lust en een erg gelijkaardige oplossing die alleen benzine genegen is en 10pk extra uit z’n driecilinder perst. Er zijn voorts nog drie uitrustingsversies. De goedkoopste is duidelijk een uitgeklede versie, bijvoorbeeld nog zonder airco. Vanafprijs? 14.790 euro. Met twee extra zitplaatsen in de koffer wordt dat 15.540 euro aan de onderzijde van de prijsvork en 18.840 euro voor de duurste die ook al over navigatie, velgen en automatische airco beschikt. Vlijmscherp, die prijs. Wil je elders ook zeven plaatsen (of vijf en een grote koffer), dan ben je al snel 7.000 euro extra kwijt.