De specificaties van de Spring zijn, laat ons wel wezen, niet indrukwekkend. Het accupakketje is met 27,5kWh klein en de elektromotor is met 45pk en 135Nm bescheiden te noemen. Daarom positioneert Dacia dit autootje ook onomwonden als een stadsauto. Toch is er een duidelijk verschil met andere hedendaagse stadsauto’s. Door z’n beperkte rijbereik van 230km (gemengde cyclus) is z’n biotoop écht beperkt. En dat terwijl je met zowat elke stadsauto die sinds de jaren tachtig gebouwd is, eigenlijk ook probleemloos op reis kon. Je kon je weliswaar wat meer ruimte, comfort of vermogen wensen, maar het ging wél. Met deze Spring wordt zoiets een tijdverslindende, logistieke nachtmerrie. Aan autostradesnelheden kom je weinig verder dan 150 echte kilometers én laden gaat relatief traag omdat niet alleen de accuset, maar ook de omliggende elektronica (de interne lader, het systeemvoltage) met de prijs in het achterhoofd gekozen zijn. Thuis laden duurt tot 14 uur en een snellader van 30kW heeft aan het andere eind van het tankspectrum één uur nodig om de batterij tot 80 procent te tappen.
De Dacia Spring is traag
Aan het stuur zijn de prestaties - een elektronisch begrensde topsnelheid van 125km/u en een acceleratietijd naar 100km/u van bijna 20 seconden - niet zo beperkend als je zou denken. In de stad kan hij aardig uit de voeten en realiseert hij dankzij de energierecuperatie bij vertragingen ook de beste actieradius. Beperk je je tot 100km/u in een (groot)stedelijke omgeving, dan is 200km mijns inziens realistisch. Tijdens de eerste kennismaking verbruikte ik 14,7kWh/100km, wat net geen190km autonomie oplevert. Bij snelheden vanaf pakweg 80km/u vereist het beperkte vermogen wel de nodige anticipatie. Zo had de Spring bij het bergop (een milde helling) invoegen op een ringweg al het volle vermogen nodig alleen maar om de snelheid van het omliggende verkeer aan te houden. Erg aangenaam vind ik dat niet. Je misrekenen is zeker niet uitgesloten.
Op de snelweg toonde het autootje zich zijwindgevoelig. Het stuur- en ophangingsgedrag van de Spring is afgestemd op de stad. Het is bijgevolg logisch dat die daar het best tot z’n recht komt. De kleine wieltjes verteren het vaak pokdalige Belgische wegdek zelfs best goed.