Niet eens zo lang geleden vond je drieliter zescilinders - of meer - in snelle versies van ruime gezinswagens. Tegenwoordig vind je ze vaker met een opgefokt, klein benzinemotortje en elektrische ondersteuning. De 1.6 benzine in de neus van deze 508 PSE wekt nu 200pk. Die wordt bijgestaan door twee elektromotoren van 110pk elk: één per as. Selecteer de sportmodus (en alléén dan), en je hebt 360pk en 520Nm ter beschikking.

Sprinter met korte adem

Van de zuiver elektrische versie moet je geen mirakels verwachten. De 11,2kWh grote accu onder de vloer brengt je volgens de WLTP-cyclus 42km ver. In de praktijk wordt dat wellicht een dikke 30km. Daarna is de 508 PSE een conventionele hybride die echter nog steeds genoeg in reserve houdt voor een opvallend flitsende acceleratie. De sportmodus inschakelen voelt een beetje als een extra turbo uit de verpakking halen. De duw van de twee elektromotoren is bijzonder goed merkbaar. De 508 PSE krijgt dan zowaar een agressief kantje. De top van 250km/u en vooral de acceleratietijd naar 100 van 5,2 tellen laten er geen twijfel over bestaan: dit is een snelle Peugeot.

En toch moet je nuanceren. Een stekkerhybride sleurt immers ook bijna 300kg extra gewicht mee. Dat laat zich aardig camoufleren in rechte lijn, maar duikt onvermijdelijk weer op wanneer je van richting wil veranderen of moet vertragen. Je voelt dan ook de afhankelijkheid van de 508 PSE van elektronica (fenomenen als torque vectoring bijvoorbeeld). Het eindresultaat mag er zijn, maar wie een zuiver en natuurlijk stuurgevoel verwacht, zou teleurgesteld kunnen zijn.