Vanuit stilstand voluit accelereren lijkt een beetje op tegen een muur rijden, maar dan omgekeerd. Naar 100 in 2,7 seconden. Dat zou wel eens ongezond kunnen zijn voor je ingewanden. Porsche zet er een 3,8l zescilinder boxer met twee turbo’s voor in. 650pk, 800Nm, een automaat met dubbele koppeling en 8 verzetten en vierwielaandrijving.
Zo snel als een elektrische auto!
Tegenwoordig kan je een vergelijkbaar sprintcijfer ook neerzetten met een prijzige elektrische sedan. Maar die verliest boven de 100km/u al snel wat enthousiasme. Daar is een elektromotor niet meer op z’n best. Deze 911 Turbo S blijft eraan sleuren. Hij trekt zonder verpinken naar 7.000t/min en stoomt duizelingwekkend snel naar de 300. Z’n top zou 330km/u bedragen. Anders gezegd: in ons land mag je nergens meer dan 3 seconden plankgas geven. De pret is intens, maar van korte duur. Op papier kan al het bovenstaande met 11,1l/100km (NEDC) gemiddeld. Maar wie zelfs maar af en toe eens het rechterpedaal wil geselen, doet er toch beter de helft bij.
Sound Engineering
911’s uit het verleden boden vaak een onversneden rijsensatie die uniek was omdat de motor nu eenmaal achter de achterwielen huist. Vandaag ligt de nadruk meer op de blanke pit dan op de ruwe bolster. Porsche haalt daarvoor nogal wat uit de kast, van torque vectoring tot elektronisch gestuurde motorsteunen. Zat dat er niet, dan zou je over de reflexen van ene Hamilton moeten beschikken. Nu de 911 Turbo S eigenlijk erg beschaafd. Je kan hem wel laten faken. In de sportstand pruttelt de uitlaat na, bijvoorbeeld. Beschamend vind ik dat, want zo’n zescilinder boxer is helemaal niet tot pruttelen geneigd. Daar heeft hij noch de ontstekingsvolgorde, noch de uitlaatlijn voor. Porsche wil meedoen met de ‘sound engineering’ van de AMG’s, RS’en en M’s (want daar is dat effect ook gesimuleerd) van deze wereld.