De T-Roc Cabriolet hinkt op twee benen. Enerzijds hebben we een plaatsaanbod dat dankzij de verlengde wielbasis achteraan best te verteren valt. De rugleuning is er niets eens overdreven recht - wat bij cabrio’s wel eens kan voorvallen. Het zitmeubilair is tegelijk stevig en comfortabel en op ergonomie valt niets aan te merken.
Streamen en bellen zonder problemen?
De toon verandert echter zodra we ons een beetje verdiepen in het infotainmentsysteem. Dat is nog steeds erg helder van layout, maar het is ook een beetje humeurig. In 2020 mag je toch verwachten dat muziek streamen van je smartphone zonder problemen verloopt?
Materiaalkeuze kan beter
Een minstens evens grote structurele opmerking is er voor de materiaalkeuze. Het ziet er allemaal vrolijk uit, maar de T-Roc is aan de binnenkant bijna hoofdzakelijk bekleed met harde plastics die niet te rijmen met z’n catalogusprijs. We zien hier wellicht de hand van VW-topman Diess, die eerder bij BMW een halt toeriep aan het ongebreidelde gebruik van (dure) soepele kunststoffen met schuimvulling.
Het dak en de bijhorende aerodynamica zijn dan weer goed uitgewerkt, alleen een functie om alle ramen tegelijk te openen en te sluiten zou welkom zijn. Met het dak dicht is het aan de binnenkant geluidsarm en omdat het huiswerk op vlak van aerodynamica goed werd gedaan is het met het dak open relatief tochtvrij.