Nauwelijks enkele jaren geleden was het interieur bij Ford een beetje een zootje. Knoppen alom en vooral onoverzichtelijke menustructuren. Dat zadelde je gegarandeerd met wat frustratie op, alvorens je daar blind je weg in vond. Er werden echter al grondige inspanningen verricht en nu vinden we die oplossing van Ford erg oké. Je ziet er meer knopjes dan in heel wat andere nieuwe auto’s. Maar die overdrijven soms en dan moet je zelfs voor zaken als audiovolume op een touchscreen beginnen prutsen. De Kuga kiest voor een mooie middenweg. Hij combineert een flinke dosis technologie (zoals een erg knap digitaal instrumentarium) met voldoende pragmatisme.
Grootste beenruimte in z’n segment
Over voldoende gesproken… dat gaat zeker op voor het plaatsaanbod. Dat wordt gecombineerd met stevige maar comfortabele zetels. Vooraan heb je geen enkele reden tot klagen. Achteraan evenmin. Als de bank helemaal achteruit geschoven wordt, is de beenruimte de grootste in z’n segment. De afwerking is meer dan behoorlijk, maar z’n stijl is nu ook weer niet Duits te nomen. Daarvoor is het onvoldoende verfijnd.