De elektrische Seat Mii dankt z’n bestaan louter en alleen aan de aangescherpte uitstoot-gemiddeldes die de automerken vanaf 2020 moeten realiseren. Eigenlijk is de kleine stadsauto stilaan pensioensgerechtigd.
Nu nog een e-variant in de catalogus zetten, vereist dan ook wat zelfbewustzijn. Op vlak van design en boordelektronica is zo’n Mii al niet meer helemaal bij de tijd. En hij was natuurlijk altijd al erg compact. Die elektrische aandrijflijn presteert adequaat, dat wel. Je kan echter niet om z’n prijs heen. Deze elektrische stadsrakker kost ruwweg het dubbele van de conventioneel aangedreven variant. Er zijn wellicht scenario’s te verzinnen waarin je dat gecompenseerd krijgt met een lagere gebruikskost, maar erg evident is het allerminst.
Niet om wild van te worden
Het eindoordeel is dan ook niet zo rooskleurig. De Mii Electric is klein, z’n afwerking en materiaalkeuze is verouderd en goedkoop, z’n aankoopprijs is hoog (zelfs als je rekening houdt met fiscale voordelen) en de prestaties zijn louter gemiddeld.