Een tussentijdse facelift van de Discovery Sport? Aan de oppervlakte wel, maar onderhuids is er veel meer aan de hand.
Het is alweer vijf jaar geleden dat Land Rover de opvolger van de Freelander voorstelde: de Discovery Sport. Freelander had niet zo’n goede naam, vooral op andere continenten. Hij werd ook meteen een pak gladder en minder hoekig. Een kleine prelude voor de paleisrevolutie die de Discovery (zonder Sport) zou moeten ondergaan.
Wat kost de Discovery Sport?
Aan het gamma verandert op het eerste zicht niet veel. Het zijn nog steeds JLR’s eigen Ingenium-motoren die het mooie weer maken. Tweeliters, zonder uitzondering, op benzine of diesel, nu wel (bijna altijd) met mild-hybrid elektrische ondersteuning. In het eerste geval heb je de keuze uit vermogens van 200 of 250pk en begint de prijs bij 44.600 euro. Bij de diesels stap je in met een tweeliter met 150pk, meteen de enige met zowel een handgeschakelde versnellingsbak als louter voorwielaandrijving. Je ziet dat wel aan z’n prijs, want die is vanaf € 38.890 een stuk toegankelijker. Andere diesels zijn 180 of 240pk sterk.
Het was die laatste die Land Rover ons serveerde. Minstens 49.300 euro kost die en je telt er best nog eens 15.000 euro bij voor een vergelijkbaar uitgerust exemplaar. Goedkoper dan menig Range Rover, ja, maar niet veel.