Of het nu een benzine of diesel is - de Astra wordt uitsluitend nog aangedreven door driecilinders. Die compenseren het verlies van een cilinder steevast met een turbo. Keuzes waartoe Opel wordt gedwongen door de emissienormen die vanaf 2021 worden opgelegd. Vijf motoren (drie benzine en twee diesel) hebben een CO2-uitstoot gelijk aan of minder dan 99g/km en voldoen aan de Euro 6d-uitstootnorm. De architectuur en de cilinderinhoud van de 1,2l benzine- en 1,5l dieselmotoren vertonen grote overeenkomsten met de PSA-blokken, maar de ingenieurs van Opel stippen aan dat het niettemin om eigen ontwikkelingen gaat.
Zeg maar CVT
We besloten ons te concentreren op de 1,4l met 145pk, uitgerust met de CVT-tranmissie (Opel noemt die Stepless). Die leek ons het meest veelzijdig en consistent. De centrale is net iets minder krachtig en ook wat trager dan de 150pk-variant die hij vervangt. Hij haalt 100 in 9,6 seconden. Voorheen was dat 8,7 tellen. Maar tijdens het rijden toont hij zich soepeler. Het driecilinderblok is ronder bij lage omwentelingsnelheden en is tegelijk niet vies van een uitstapje richting rode zone.
Die ‘Stepless’ van Opel is een continu variabele overbrenging. Net zoals een scooter, bijvoorbeeld. Dat is aangenaam en stil wanneer je je als een goede huisvader gedraagt en komt bij een dynamische rijstijl eerder nonchalant over. Het is ook een beetje een bizarre keuze. Europeanen hebben zich nog nooit een vurige minaar van de CVT-getoond.
Onrustig op slechte wegen
De ophanging werd herwerkt en de stuurinrichting opnieuw geprogrammeerd. Aan het stuur draaien voelt natuurlijker dan voorheen. Vooraan is de Astra goed gedempt, maar de achteras wordt ondanks de aanwezigheid van een Watt-link (die de as lateraal stabiliseert) onrustig op slechte wegen of bij massawissels.
Op papier tenslotte, verbruikt die 1,4l (die je niet kan krijgen met een handbediende bak) gemiddeld 4,8l/100km of 112g/km aan CO2. Het heuvelachtige terrein van onze testroute liet ons niet toe om onder de 7l/100km te komen.