Dat deze Sportback een meer dynamische verschijning is dan z’n eerder geboren broer, is bij een eerste oogopslag al duidelijk. En toch zijn de twee veel meer gelijk dan je zou denken. Onderhuids is hij botweg identiek. Er verandert geen moer aan. De buitenzijde heeft dan weer wél recht op andere voorvleugels en unieke koetswerkpanelen vanaf de A-stijl. Daarin krijgen de wielbogen meer nadruk. Het dak is 3cm lager - groter wordt de aanpassing niet. Omdat er omheen de wielkasten slanker plastic zit is hij ook 6mm smaller terwijl z’n aangedikte bumpers ervoor zorgen dat hij bij een gelijke spreidstand tussen beide assen toch ook 16mm in lengte groeide.
Hoe sterk de nieuweling nog aanleunt bij de Q3 blijkt uit enkele opmerkelijke details. Zo zijn de staartlichten identiek bij beide versies, hoewel de proporties van de achterzijde toch verschillend zijn. Andere look, zelfde onderdelen. Ook aërodynamisch zijn beide versies quasi identiek. En het gewicht? Ja, ook dat is hetzelfde.