Audi serveerde ons nagenoeg het ganse gamma, de S4 incluis. Dat is tot de komst van de nieuwe RS4, voorzien in 2020, de topper uit het aanbod. 347pk en 700Nm perst Audi uit die 3,0l V6 TDI. Er bestaat ook een benzinevariant (even groot, met 354pk en 500Nm), maar die is voorbehouden voor minder CO2-geobsedeerde regio’s en niet voor Europa. Nodeloos te stellen dat hij erg snel is (4,9 tellen duurt de standaardsprint met de Avant). Hij is met z’n quattro-vierwielaandrijving eveneens erg efficiënt, maar we noteren soms enige aarzeling aan het adres van de automaat. We hadden echter meer aandacht voor de 35 TDI die zich louter aan de voorwielen door het verkeer sleept. Die zal immers een veel breder publiek kennen en toont zich ook beter aangepast aan de A4. De versie met 163pk en 370Nm vervangt de variant met 150pk van voor de facelift.
Voldoende snel
De prestaties zijn ruimschoots voldoende voor een break met vooral familiale ambities. Naar 100 ga je in 8,2 tellen en de topsnelheid is afgeregeld. Niet op 250km/u, maar op 210km/u. Overtuigen doet hij echter in de eerste plaats met z’n souplesse. De automaat weet optimaal gebruik te maken van de gunstige koppelcurve van de motor en schakelt volstrekt gevoelloos. En natuurlijk toont de A4 zich ten allen tijde stabiel. Alleen in vlot genomen haarspeldbochten bleek de tractie beter te kunnen. Ga die in Vlaanderen maar eens zoeken. Wat ons betreft hoef je je ook niet per sé om de geavanceerde ophanging te bekommeren want er is met de standaardset veren en dempers evenmin iets mis.
Audi claimt een verbruik van amper 3,9l/100km voor deze break. Dat is niet iets dat we tijdens deze test hebben kunnen evenaren. We tikten af op 7,0l/100km.