De meeste merken die sportieve middenklassers aanbieden, laten de klant tegenwoordig de keuze: benzine of diesel. En antidieselsentiment of niet - zo’n zelfontbrander heeft twee grote voordelen. Dat is niet z’n vermogen van 180pk, maar wel z’n trekkracht van 400Nm. Dat is het eerste. Het tweede is z’n verbruik.
De centrale is natuurlijk maar de helft van het verhaal. Je hebt ook nog een goede transmissie nodig. Peugeot denkt die gevonden te hebben in z’n achttrapsautomaat. En ja hoor - die schakelt erg correct en kiest oordeelkundig een verzet. Maar hij kan niet tippen aan het beste op de markt. Een automaat met dubbele koppeling springt gezwinder van het ene verzet na het andere. En kruipen is ook niet z’n favoriete bezigheid. Maar laat ‘m gewoon in ‘D’ staan en je hebt in de meeste gevallen weinig reden tot klagen. De bak twijfelt niet en weet wanneer hij beter een versnelling lager kiest om het wat op te laten schieten.
Over opschieten gesproken - de sprinttijd bedraagt 8,4 seconden. Twee tienden sneller dan met een handbak. En de top bedraagt 223km/u. Er zijn geen concurrenten die een echte kloof kunnen slaan. En toch voelt de 308 steevast een tikkeltje zwaar aan. Hij is dat natuurlijk ook een beetje. Misschien betaalt hij zelfs de prijs voor de langere wielbasis van de break - 2,73m. Stabieler ja, maar dus ook net iets moeilijker om de bocht te krijgen.
Het onderstel is door een andere veer/demper-combinatie en grotere velgen, eerder stug. Dat verwacht je, natuurlijk. Maar het zoekt zeker geen extremen op. Botweg oncomfortabel wordt het dus ook niet.
Aan de pomp claimt deze 308 GT 4,2l/100km of 120g/km CO2. Tenminste, op papier. In realiteit verbruik je veeleer tussen 6,0 en 6,5l. Een verschil dat wat wenkbrauwen kan doen fronsen in deze tijd, al is dat (nog steeds) gelijk voor alle merken.