Die kleine driecilinder, om meteen de koe bij de hoorns te vatten, heeft twee gezichten. Bij stilstand en bij bescheiden inspanningen is die erg stil. Maar naarmate je het ritme opvoert, laat die meer dan zich horen. Wil je het onderste uit de kan, dan schraapt die z’n keel. Het gaat wat moeizamer dan z’n prestaties op papier doen vermoeden. Die zijn immers puik. 8,2 tellen voor de honderdsprint en een topsnelheid van 208km/u. Voorbeeldig. Dat kan ook omdat elke pk maar 7,77kg moet meezeulen. Hij is relatief licht.
Het is op kronkelwegen waar de snelheid niet hoog oploopt, dat deze Franse crossover zich het meest in z’n sas voelt. Z’n voortrein toont zich snedig en precies. In tegenstelling tot wat de Duitsers in dit segment voorleggen - daar zorgt onderstuur steevast voor een vaag kantje. De achteras doet z’n werk behoorlijk goed in de meeste omstandigheden, maar wil op een echt slechte weg wel eens springen. Dat is het einde van de wereld niet. We zijn minder vergevingsgezind ten aanzien van het rempedaal. Dat voelt sponzig aan, wat het vertrouwen ondermijnt en evenmin goed communiceert wanneer de remmen vermoeid raken.
Op papier verbruikt deze stijvolle Franse creatie 5,5l/100km (126g/CO2/km). Een halve liter meer dan de 130pk-variant van dezelfde motor. Maar in de praktijk willen vooral kleine motoren wel eens liegen. 8,9l laat zich met een behoorlijk tempo verzoenen, al kan je ook nog gekker maken. Op een bepaald ogenblik claimde de boordcomputer 12,8l/100km gemiddeld.