Het is natuurlijk niet de eerste keer dat Skoda zich waagt aan een polyvalente break. Dat zie je. En vooral: je voelt het. De assemblage is van een hoge kwaliteit, de koets is rigide (zelfs met het gigantische glasdak) en de isolatie is degelijk. Maar het is vooral de kwaliteit van de demping die we onthouden. De onderstelingenieurs hebben hun werk goed gedaan. Filtering was erg belangrijk - zo leiden we ook af uit de discretie die de tweeliter turbodiesel wordt opgelegd.
Deze topdiesel wordt gepaard aan een zestraps-DSG, terwijl de versie met 150pk een verzet extra krijgt. Maar er is 380Nm koppel voorhanden. Je zal die versnelling niet missen. Hij komt vlot van z’n plaats en ook tussenacceleraties zijn best pittig. Je ziet het ook aan z’n acceleratietijd: 7,8 tellen. En dat terwijl hij toch bijna 1,6 ton massa te verzetten heeft en vaak vier wielen van koppel voorziet. Voor die klus worden trouwens onderdelen uit Zweden overgebracht, van specialist Haldex. Het systeem is alert en port de achterwielen aan nog voor je zelf in de gaten hebt dat de voorwielen het moeilijk krijgen. Een terreinmonster wordt het niet, maar slechte wegen zijn toch echt geen probleem. Daarvoor heb je voldoende bodemvrijheid en aan- (16,6°) en afloophoeken (14,5°). Er is zelfs een speciale off-road-modus om je bij te staan wanneer het echt moeilijk wordt.
Ga je op de weg aan het stuur draaien, dan is al snel duidelijk dat de Octavia Scout wat zwaarder is. In bochten kiest hij snel voor onderstuur. Erg Duits. Door het gewicht mag je ook een mirakels verwachten van het verbruik. Dat is 5,1l/100km of 145g/CO2/km volgens de constructeur, maar wij haalden slechts een gemiddelde van 8,4l/100km.