Zo, het SUV-gamma van Volkswagen is compleet. Het zijn er nu vijf. Van deze nieuwe T-Cross tot de Touareg. Allen hebben ze een stoer uiterlijk, maar verkiezen ze het asfalt. Deze jongste telg heeft zelfs helemaal geen ambities meer buiten bebaande wegen. Vierwielaandrijving is geen optie en de bodemvrijheid is op een haar na gelijk aan die van de Polo waarop hij gebaseerd is.
SUV, crossover?
Eigenlijk is de T-Cross meer een verklede monovolume (want welk flink hoger dan de Polo) dan een SUV. Je merkt dat ook aan de binnenkant, aan de ruimte onder de zetels en boven je hoofd. En aan de over 14cm verschuifbare achterbank. Door deskundig aangebracht stijlelementen (lees: zwart plastic en een specifiek ontworpen bumper) valt dat niet op en kan je je dus stijlbewust tonen. Voorts heeft die aanpak vooral voordelen. De koffer kan best groot worden en achterpassagiers krijgen opvallend veel comfort. Spijtig dat VW niet consequent voor betere materialen koos. Dat vinden we de T-Cross z’n grootste minpunt.
Eén van de betere driecilinders op de markt
Dat de T-Cross een kind is van deze tijd, merk je ook aan de alweer uitgebreide digitale snufjes en de aanwezigheid van vier USB-laadpoorten. En aan z’n nogal onthechte stuurgedrag en de kleine driecilinder turbomotor onder de kap. Die verdient overigens lof, want hij is best ijverig, behoorlijk zuinig (wat lang niet alle merken voor mekaar krijgen) en erg stil.