Het is begin 2017. Skoda lanceert de Kodiaq. Een grote SUV, want niet alleen beschikbaar met vijf zitplaatsen. Je kan ook nog een derde zetelrij in de koffer parkeren. De verwachtingen zijn hooggespannen. Het ding ziet er oké uit, het rijdt goed (zie test hier), maar de instapper kostte meteen bijna € 27.000.
Dat beetje nervositeit bleek onterecht. We zijn twee jaar verder en er zijn er al 250.000 gebouwd. Succes. En wat meer is: er wordt flink afgeklopt op topversies. Dat betekent dat er potentieel was voor een duurdere Kodiaq. Alleen… wat moest dat dan zijn? Meer luxe, meer comfort? Kleine prijsverhogingen onder de radar - die de vanafprijs in vergelijking met de vorige paragraaf gemelde test al lieten zwellen naar € 29.175 - waren duidelijk niet voldoende.
Marketingjuppies bogen zich over het dossier. De gemiddelde Kodiaq-Klant voelt zich 88% man en is 43 jaar jong. Snuffel daaraan en het ruikt een beetje naar midlife. Midlife met een gezin. En in recente tijden is gebleken dat het publiek in het algemeen z’n portefeuille liever opentrekt voor iets dat sportiviteit etaleert, eerder dan elegantie of luxe. Dus: een Skoda Kodiaq RS! De tweeliter diesel met één turbo zat al onder de kap, dus een exemplaar met twee turbo’s past ook wel. Prompt werd de Nürburgring bestookt, want een snelheidsrecord met een SUV met zeven zitplaatsen had nog niemand geprobeerd. En zo koop je vanaf € 50.990 een snelle, sportieve SUV van Skoda mét Nordschleife-geloofwaardigheid.