De S-Klasse is niet langer ongenaakbaar. Dat is het eerste wat we onthouden van de uiteenzetting van Mercedes-Benz. Tot op heden mocht geen enkel ander model uit het gamma de S in de schaduw zetten op vlak van technologie of comfort. Voor de nieuwe GLE gingen de trossen los. En dat zullen we geweten hebben.
Stamvaders
Een SUV is trendy. Er gaat bijna geen dag voorbij of we moeten die stelling uit het toetsenbord toveren. En in elk geval worden we er bijna dagelijks mee geconfronteerd in deze stiel. Er valt altijd wel iets van nieuws over te melden. Je zou er bijna van gaan vergeten dat de beginselen voor die hedendaagse marktbeweging al meer dan twee decennia geleden zijn gelegd. Het was immers in het premiumsegment dat de funderingen werden gelegd. BMW’s eerste cross-over was bijvoorbeeld de X5. Mercedes’ eerste niet-zo-stoere terreinwagen was de ML. Die werd in 1997 geïntroduceerd en kende inmiddels vier generaties. GLE heet die sinds de Duitsers hun opgekuiste nomenclatuur gebruiken. Dit is de nieuwe.
Aanbod
Laat ons eerst even het gamma overlopen. Dat zal bestaan uit een GLE 300d (2.0l viercilinder, 245pk), een GLE 350d (3l zescilinder, 272pk) en een GLE 400d (3-liter zescilinder, 330pk) voor wat de diesels betreft. Daarnaast komt één enkele benzine: GLE 450 (3-liter zescilinder, 367pk).
Op het ogenblik van dit schrijven kon Mercedes ons louter van de GLE 300d en de GLE 450 de Belgische prijzen overmaken (€ 67.276 en € 73.326 respectievelijk). Daaruit kunnen we afleiden dat de Mercedes alvast een betere instapprijs heeft dan de eerder al vernoemde BMW die zich als aartsrivaal profileert, maar zonder uitrustings- en optietabellen kunnen we daar geen verdere conclusies aan koppelen. Net zo min als we een prijs kunnen geven voor de GLE 400d die we hier degusteren. We wagen ons louter aan een gok over een totaal budget voor het testvoertuig: € 100.000, gezien de erg rijkelijke uitrusting die onder meer E-active body control omvat.