Het is een cliché om te stellen dat een auto volwassen werd. Maar toch is dat precies wat hier aan de hand is. Terwijl de A1 in vergelijking met de vorige Sportback 6mm smaller en 13mm lager werd, groeit hij wel in de lengte. +5,6cm, waardoor hij door de 4-meter-grens breekt. Niet eens zo lang geleden moest een B-klasser zich aan die lijn houden, maar nu niet meer. De wielbasis groeit met 10cm waardoor de wielen, die nu lichtmetaal tussen 15 en 18” dragen, zich meer inde hoek gedreven voelen.
Wat van de Ur-Quattro
De ontwerpers bij Audi profiteerden van die geblokte stijl om de A1 wat meer présence te geven dan voorheen. De bumpers zijn scherp gebeeldhouwd en bovenop een gezwollen grille zitten nu drie sleuven die een eerbetoon zijn aan de Ur-Quattro. Aan die iconische Audi heeft hij overigens ook de vouwlijnen die de wielbogen accentueren te danken.
Er hangt een een retrogeurtje aan een hoop aankleding. Op z’n minst bij onze testauto die op de flank vier ringen etaleert, op bronskleurig lichtmetaal rust en één van Audi’s nieuwe tinten op de lak draagt. Er is overigens ook nog leuk geel en rood, al heeft het er alle schijn van dat grijze en blauwe exemplaren weer de populariteitstabellen zullen aanvoeren. Zonde eigenlijk. Het dakje, dat tegenwoordig lijkt te zweven bovenop de C-stijl, kan je krijgen in zwart of grijs om het te laten constrasteren met de koetswerktint van je keuze.