Aan de beginselen van wat de Mustang is, wordt natuurlijk niet geraakt. Dat betekent dat je je best bewust bent van enkele beperkingen. Ford heeft het bijvoorbeeld over en vierzitter. Wij zien het eerder als een 2+2, want voor hoofd en benen heb je achteraan geen overschot. De koffer is met een inhoud van 408l correct al moet je alles over een aanzienlijke drempel heisen. En tenslotte is er nog de materiaalkeuze. Je moet er eigenlijk je neus voor ophalen. Zo is zelfs het gedraaide aluminium van deze speciale uitvoering overduidelijk een simpel laagje hard plastic. Anderzijds is realisme ook aan de orde. Je kan in deze prijsklasse wel de kwaliteit eisen als je de prestaties achterwege laat. Of andersom. Ford kiest het laatste.
Krijg nu vooral niet de indruk dat de Mustang onaangenaam is. Verre van. In deze uitvoering heb je een B&O geluidsinstallatie (1.000 watt sterk want je moet boven het gebrom van de motor geraken), een digitaal instrumentarium, drempelsierlijsten en uitzonderlijk goed steunende Recaro’s die je stevig beet nemen en tegelijk niet als een dwangbuis voelen. Het is, alweer, net genoeg om een beetje speciaal te zijn. Groene accenten, een hoop snufjes en nutteloze gegevens in het instrumentenpaneel en een biljartbalachtige pook… Het werkt. Het genummerde typeplaatje geeft je de indruk dat Ford een limiet in het aantal Bullitts voorop stel, maar dat is niet zo. Ford is niet zo goed met limieten.