Ze hadden voor één keer niet te diep in het marketingglas gekeken, daar bij de voorstelling van de nieuwe Peugeot Rifter. Ja, de naam Partner is nu louter voor de bestelwagen. Want het merk wil die technisch erg verwante producten uit elkaar trekken. En ja, hij ruikt nu meer naar SUV. Gezien de populariteit van die koetswerkvom niet onlogisch. Maar in de eerste plaats wil de Rifter vooral een handige gezinsauto zijn. Al meer dan 1,7 miljoen mensen kochten eerder een Partner Tepee, en daar mag nog wel wat bij. Naamsverandering of niet.
Flink duurder
Het is niet de naamsverandering, maar wel de prijsaanpassing die de grootste dobber lijkt te worden. Minder dan € 18.900 kost de stoer aangeklede ludospace niet. Daarvoor heb je een twaalfhonderd met 110pk. Een 75pk sterke 1,5l diesel kost meteen € 21.500, met 100pk wordt dat € 22.850 en met 130pk moet je de begroting al afstemmen op € 26.450. De testauto, de dynamisch ogende GT-line (op zich al eigenaardig op zo’n hoog vehikel) met 130 dieselpaarden en een achttrapsautomaat kost al € 30.110 voor je opties begint aan te vinken. Whoa!
Ook lang
Er is nu ook een lange versie (+35cm) - die de derde zitrij wat meer lebensraum geeft - ofschoon ze ook verkrijgbaar is met de korte wielbasis. Daarvoor zet je nog eens € 1.200 in de optelsom. Het herwonnen zelfvertrouwen van Peugeot laat zich voelen - en dat is niet voor het eerst.