Ford voorzag de Mustang met achtcilinder van een andere eindoverbrenging. Die zorgt ervoor dat de ponycar zich van nature wat minder nerveus gedraagt. Bij de 2,3l viercilinder was dat niet nodig. Strengere emissie-eisen joegen meer dan 30 paarden de heuvels in. Er blijven nog slechts 290 stuks van over, al weet de door ons geteste tientrapsautomaat dat best goed te camoufleren. De geblazen viercilinder produceert weliswaar niet de basso profondo trom die eigen is aan een V8, maar z’n klank misstaat niet en heeft als voordeel dat ze minder snel vermoeit.
Dikke neus
Het verschil in gewicht op de neus bedraagt 80kg. Dat is de wereld niet, maar omdat het zo dicht bij de voorwielen te zoeken is, heeft het een grote impact. De viercilinder stuurt delicater, fijner, gewilliger. En die toegenomen subtiliteit was ook terug te vinden in de optionele Magneride-ophanging waarmee de tester was uitgerust. Samen met aanpassingen aan de geometrie zorgt dat voor meer stabiliteit dan voorheen. Een verschil dat je ook in z’n krachtiger broer kan waarnemen.
Snel, sneller, snelst?
De snelste Mustang in de Belgische catalogus werpt zich in 4,3 tellen naar de 100. De viercilinder blijft er 1,2 tellen achter (met automaat). Het is niet iets waarvan je kan stellen dat je tekort komt. En je moet al een heel eind rijden eer je de op van 233km/u eens ergens kan uitproberen. De viercilinder is andermaal makkelijker om mee te leven wanneer je aan de pomp komt. Een opgegeven verbruik van 9,2l/100km (205g/CO2/km) kan zich makkelijk vertalen in een reëel verbruik van een liter of 11. Verdubbel het aantal cilinders en er verdwijnt elke 100km drie, vier liter meer uit de tank.