Een auto in het premiumsegment die gespeend van extra’s al bijna € 30.000 kost, hoort naar de mening van deze redactie een onderstel te hebben dat die positionering reflecteert. En dus geen torsie-achteras, maar een multilink-opstellling. Net zoals de voorganger. Maar Mercedes volgt Volkswagen (en recentelijk ook Ford) met een krenterige basisvariant die door de beperkingen van zijn architectuur gebrekkiger filtert op ongelijke oneffenheden. Klim op in het gamma, hetzij door grotere motoren te kiezen of door een pakket met grotere velgen te nemen, en de multilink verschijnt wel. En nog hogerop vervangt Mercedes de conventionele dempers door dynamisch gestuurde exemplaren.
Lager, zachter
De 18-duimers van de testauto werden gekoppeld aan de meer geavanceerde ophanging die zich voorbeeldig gedraagt. Na kritiek op de vorige generatie werd de nieuweling een stuk comfortabeler, ofschoon de vrije wagenhoogte werd gereduceerd om tegelijk een sportief uiterlijk te bekomen. De elektrische stuurbekrachtiging heeft een verdedigbare afstelling en de flink uit de kluiten gewassen remmen zorgen voor een goede veiligheidsmarge met zelfs bij intensief gebruik geen, hooguit weinig fading. Bij hoge snelheden was de stabiliteit voortreffelijk, schijnbaar zonder al te veel in te boeten aan wendbaarheid.
Dertienhonderdje
De 1,3l turbomotor levert 163pk bij 5.500t/min en 250Nm bij 1.620 krukasomwentelingen. Aardige cijfers die evenwel niet laten vermogen dat je tot een springtijd van 8,2 seconden in staat zou zijn. Applaus. Dat is er overigens ook voor zeventrapsautomaat. Daar hebben we geen slecht woord over te vertellen. Het verbruik blijft bij kleine turbomotoren een heikel punt want van de opgegeven 5,2l/100km (met 16” wielen) blijft in reële gebruiksomstandigheden niet veel meer overeind. Mik maar ergens tussen 6 en 7 liter zonder onderweg al te onnozel te doen.