Onze tester is niet louter voorzien van de zes-in-lijn diesel met 286pk en 600Nm, z’n geavanceerde onderstel (meerarmig op voor- en achteras) is ook nog eens voorzien van adaptieve luchtophanging. Een prijzige optie, die ervoor zorgt dat je met een druk op de knop van een ongemeen comfortabele auto kan gaan naar eentje die ribbels en wegbochels naar je ruggengraat stuurt. Nochtans heeft de CLS geen uitersten nodig om snedig om een bocht te sporen. Hij combineert die eigenschap ook moeiteloos met het meest wollige comfort.
Moeiteloze prestaties
De automaat kan je eigenlijk niet op fouten betrappen. Goed maar, want zo’n negentrapper doet eigenlijk altijd iets. Gevoelloos, moet je stellen. Het paart aardig met de trekkracht die al vanaf 1.200t/min ter beschikking staat. Die stuwt de CLS in deze verre van krachtigste uitvoering al moeiteloos vooruit. Het gaspedaal in het tapijt begraven legt, als zeldzaam minpuntje, wel bloot dat je regelmatig van verzet moet wisselen.
Van deze tijd
Een trage CLS is er niet en komt er niet. Zelfs deze tijdelijke instapper (viercilinders komen nog) rept zich in minder dan 6 seconden naar 100 en moet door een begrenzer beteugeld worden. Tegelijk vergt de zescilinder die profiteert van een nieuwe 48V-architectuur die de mogelijkheden van een start/stop-systeem zelfs uitbreid met tijdelijke acceleratie-ondersteuning, behoorlijk weinig brandstof. 5,6l/100km is dat op papier of niet meer dan 148g/km. De realiteit doet er wat bij, maar je wordt minder gestraft dan bij blokjes die je steeds op de adem moet trappen. We realiseerden 6,2l/100km voor we de speurtocht naar het dynamisme aanvatten. Daarover gesproken: de CLS is een efficiënte auto die niet houdt van flamboyant rijden. Duidelijk een kind van deze tijd.