Dankzij enkele meesterlijke pennenstreken van designer Ian Callum heeft Jaguar zich op vlak van koetswerkdesign naar de 21ste eeuw gekatapulteerd. Of dat aan ook de binnenzijde net zo goed is gelukt, daarover lopen de meningen wellicht wat verder uiteen. Er zijn enkele punten waarop de achterstand ten aanzien van de Duitse collega’s nog niet is goedgemaakt, ook al boekte Jaguar grote vooruitgang op die vlakken. Zo kan je nog steeds de materiaalkeuze en vooral de afwerkingskwaliteit niet op een gelijk niveau zetten. Zo is bijvoorbeeld de omkapseling van de (kleuren-)head-up-display bij felle zon ronduit storend. En ondanks grote investeringen is het infotainmentsysteem ook niet het nec plus ultra. Anderzijds heeft deze Jaguar heel wat meer karakter en originaliteit. De centrale console die vooral de bestuurder de indruk geeft dat hij belangrijk is bijvoorbeeld.
Niet om rond te kijken
In de E-Pace zit je na wat zoeken uitstekend en de ruimte op de (eerder harde) achterbank is precies wat je in dit segment kan verwachten. Puik, maar niet exceptioneel. Achter het stuur krijg je de indruk ingekapseld te zitten. Dat zorgt voor een sportiever gevoel, dat de rest van de vormgeving aardig in de verf zet. Maar het zorgt er ook voor dat je je nekspieren moet oefenen, wil je een goed overzicht over de rest van het verkeer behouden. A-stijl en achteruitkijkspiegel happen flink in het gezichtsveld. Iets waar ook de Range Rover Evoque en de Velar last van hebben trouwens.
Gewoon bruikbaar
Aan het praktische aspect is voldoende aandacht besteed, met opbergruimte in de middenconsole (8l), het handschoenvakje (10l), deurpanelen waar waterflessen in passen en een koffer die minstens 577l groot is. Je kan standaard de achterbank neerklappen (60:40) en zodoende het stouwvolume opdrijven tot 1234l.