Een hot hatch moet ook nog een beetje bruikbaar blijven in normale omstandigheden. Daarom hebben de Fransen best comfortabele stoelen gemonteerd. En op circuit bieden ze ook nog eens voldoende steun. Het gaat eigenlijk om hetzelfde interieur als de GT-line, hier weliswaar bij elkaar gestikt met rode draad. Dezelfde behandeling viel het stuur en de versnellingspook te beurt. Het blauwe GT-logo is tegelijk vervangen door een rood RS-logo.
Laat je opjutten
Het instrumentarium voor je neus is gedigitaliseerd en heeft vanzelfsprekend (want dat hoort nu zo) verschillende weergavemodi. Sport en Race zijn er voor de meest opgejutte mensen.
De assemblagekwaliteit is behoorlijk, maar er wordt nog te veel gebruik gemaakt van harde plastics. Vooral ronde middenconsole en achteraan, waar dat mindere materiaal rijkelijker aanwezig is.
Door de luidsprekers
Achteraan zit je net zo goed als in een gewone Mégane. En hoewel het onderstel een stuk minder vergeeflijk is, is de demping verfijnd genoeg om ook op dat vlak weinig concessies te vergen. Het is er zelfs behoorlijk stil, behalve dan in de rijmodi Sport en Race. Dan krijg je allemaal plofjes en knalletjes (uit de uitlaat én het audiosysteem) te verwerken. Er waren in het verleden evenwel al veel luidere RS - maar die deden niet alsof.