Aan de buitenzijde oogt de Rexton helemaal modern. Maar dat is een trendy voer op een oud bord. Onder de koets zit immers nog steeds een separaat onderstel. Dat zie je bijna nooit meer. Alleen de ruigste terreinwagens maken er nog gebruik van. En pickups. Dat is robuust, getuige het eerder al aangehaalde sleepgewicht van 2,7 ton voor deze achterwielaandrijver. En tot 3,5 ton voor de vierwielaangedreven varianten. Maar het heeft ook enkele nadelen. Zo weegt de Rexton leeg nooit minder dan 1.950kg. Glups. Z’n verbruikgemiddelde van 7,6l/100km of CO2-uitstoot van 199g/km zijn plots heel logisch. In de praktijk moet je overigens wel over wat discipline beschikken om onder 9 liter te blijven.
Prestaties
181pk en 420Nm lijkt plots niet zo riant meer. Maar de transmissie is goed gespreid en de verhoudingen zijn zeker niet louter in functie van het verbruik gekozen. Daarom reageert de Rexton met z’n best beschaafd klinkende 2.157cc viercilinder bij alle snelheden (ongeladen) voldoende vlot. Je kan doorstomen tot 185km/u. Een sprinttijd naar 100km/u geeft het bedrijf zelf (onbegrijpelijk) nog steeds niet op, maar we klokten het zelf op 11,5 tellen. Met wat meer grip kan er wellicht zelfs nog een halve tel af. Daarmee kan je probleemloos met het verkeer mee.
Ladderchassis
Aan z’n ladderframe hangt een geheel onafhankelijke wielophanging die best subtiel kleine oneffenheden verwerkt. Grote hindernissen sturen echter een trilling door de koets die vooral voor bestuurders van klassieke terreinwagens herkenbaar is. Een beperking van de gekozen architectuur. Net als z’n meer uitgesproken rolneiging in bochten en z’n wat trager reagerende stuurinrichting. Een grotere velgenmaat kan in dat laatste wellicht wat extra scherpte introduceren, maar zal ongetwijfeld het comfort beknotten.
Van die achterwielaandrijving hadden we ondanks vettig herfstweer nauwelijks last. De elektronica is voldoende alert.