MQB wil niet zeggen dat deze Volkswagen identiek rijdt aan z’n grotere broer. Er liggen op het schab immers heel wat componenten die passen. Zo heeft de Polo niet de gesofisticeerde multi-link achterophanging van de krachtige Golfjes en de Passat. En er zijn nog een hoop andere elastische componenten die verschillen. Niets dat de Polo onbeschaafd maakt, natuurlijk. Maar hij moet in de filtering nog steeds z’n meerdere herkennen in de Golf. Kleine oneffenheden worden nochtans goed weggestreken, terwijl grotere putten en bulten adequaat worden verteerd. Het samenspel is eenvoudigweg wat minder verfijnd. Hetzelfde geldt overigens voor het start/stop-systeem en - als je ervoor opteert - de nogal brutale DSG-automaat (in lage versnellingen). Die voelden we overigens aan de tand met de 116pk sterke 1-liter met Turbo. Een motor die je al enige prestatiereserve geeft en zich ook lekker voelt wanneer het in België al lang niet meer legaal te noemen is.
Geen scheurijzer
Anders is het gesteld met de driecilinder zonder turbo waar we ons tijdens deze eerste test op concentreren. Die wordt gepaard aan een vijfbak en door z’n relatief lange verhoudingen - nodig om het verbruik te drukken - moet je vaak schakelen wil je de vaart erin houden. 95Nm is geen berg trekkracht en je moet de 3000t/min doorbreken om die ter beschikking te hebben. Deze Polo is soepel bij elk toerental, maar als je ook wil dat er wat gebeurt moet je de driepitter laten grommen. Een sprinttijd van 14,9 is niets om over naar huis te schrijven, maar je kan wel overal mee. De topsnelheid van 170 is respectabel, maar je zal er veel geduld voor moeten opbrengen. Z’n CO2-uitstoot van 110g/km is voor een conventionele benzine wel een meevaller. Het testverbruik bedroeg 6,1l/100km. VW zelf geeft 4,8l op.