We beginnen ons discours over het interieur achteraan en werken naar voren toe, kwestie van het beste voor op het eind te houden. Helemaal achteraan vinden we nog steeds de koffer. Met een conventionele klep uit één stuk. Vroeger was een laaddrempel van belang, maar sinds de SUV modieus is, kan iedereen weer wat hoger tillen. Binnen dat nieuwe (relatieve) kader, spaart de Velar je rug behoorlijk. De laaddrempel is lager dan bij de Range Rover Sport. Achter de klep zit 673l stouwcapaciteit die je kan uitbreiden tot 1.731l als je de achterbank neerklapt. Desgewenst kan je dat zelfs doen met een app op je telefoon. Van onnodig gesproken…
Minder ruim dan je denkt
Achteraan trakteert de Velar je op een goed zittende bank, maar op minder been- en knieruimte dan je in een auto met deze lengte zou verwachten. Dat zal wel iets te maken hebben met de ruimte die de inmiddels tot gigantische proporties (22” op onze testwagen) gegroeide wielen voor zich opeisen.
Wat is dat mooi gedaan
Vooraan schalt de loftrompet. Land Rover verdient al een serenade omdat het z’n infotainmentsysteem eindelijk de 21-ste eeuw in brengt. Digitale tellers, een middenscherm én een extra display (beiden ruwweg de grootte van een iPad) dat naadloos geïntegreerd is in de middentunnel. Alles is verzorgd, maar dat laatste is uitzonderlijk mooi gedaan. Dat je moet leren waar alle functies zitten, spreekt voor zich, maar de bediening en de grafische vormgeving is een feest. Achter de tunnel zit trouwens een discreet bergvakje. Neem daar nog een uitstekende rijhouding, goede materiaalkeuze en aardig zitmeubilair bij en je weet waar de Velar z’n bovengemiddelde interieurscore verdient. En hoewel z’n afwerking, toch een iets teerder punt bij dit merk, weliswaar de maniakale aandacht van pakweg een Mercedes mist, krijg je nooit de indruk dat die niet op het vereiste niveau is.