De knopjes, boordelektronica, navigatie, tellers, verklikkerlichtjes en zelfs de sleutel… het is allemaal puur PSA. Wanneer de volgende generatie C3 Picasso, gebouwd op dezelfde basis, uitkomt, zal je allemaal dezelfde componenten terugvinden. Waar alles staat, kon Opel grotendeels zelf bepalen. Het oordeel is gemengd, want er zijn een aantal aardigheden. Dat de middenconsole een tikkeltje naar de bestuurder gericht staat, bijvoorbeeld. Dat de bestuurderszetel (afhankelijk van de versie) een armsteun krijgt, dat de afleesbaarheid van de instrumenten uitstekend is… maar we schrijven ook een paar details bij op de andere zijde van de balans. De USB-aansluitingen zijn maar een rommeltje (het ziet eruit als aftermarket). En de jongste tijd schikt Opel z’n knoppen beter dan het hier gedaan heeft.
Nog veel van een monovolume
In z’n transformatie naar crossover kreeg het model een wat onhandiger (hogere) laaddrempel. Maar in de koffer past wel nog steeds voor dit segment erg respectabele 410l. En aan z’n monovolumeverleden dankt hij ook nog een zekere flexibiliteit. Je kan de achterbank niet alleen neerleggen (om 1.700l zwelgcapaciteit te verkrijgen), maar als je de juiste optie aanstipt, is ze ook in twee delen (60:40) verschuifbaar. Dat laatste is overigens niet noodzakelijk voor de meeste mensen. Die zullen ook achterin weinig reden tot klagen hebben.
Voorin zit je ook goed en kijk je op een dashboard met behoorlijke materialen. Wat wel nog voor verbetering vatbaar is, is de harde plastic vlak tegen de voorruit (die daardoor ook wat meer reflecteert) en de vormgeving van de deurpanelen. Een sierlijstje daar zou toch wat meer cachet verlenen. Maar al bij al zijn we tevreden. Z’n prijs is immers ook niet zo gek.