Aan de binnenzijde pakt de Golf meer uit dan aan de buitenkant. Tenminste, als je de nodige opties aanstipt, want het is vooral technologie waar de Duitsers mee uitpakken. Primeurs voor z’n segment. Die krijg je natuurlijk niet voor niets.
Wuiven
De Golf wil zichzelf nu absoluut profileren als een kind van het digitale tijdperk. Je kan nog wel analoge wijzertjes krijgen, maar wie helemaal mee is, zal vanaf nu ook een 12,3” display voor z’n neus kunnen krijgen. Eigenlijk vinden we de meerwaarde ten opzichte van de goed afleesbare analoge wijzers beperkt, maar je kan niet ontkennen dat het er allemaal erg verzorgd uitziet en veel meer mogelijkheden voor personalisering biedt. Er is nu ook een nieuw infotainmentsysteem. Het grootste (zoals op de testauto) is nu 9,2” groot en herkent ook gebaren. Dat is nog zo’n gimmick dat eigenlijk niet makkelijker of sneller is dan gewoon op een knopje duwen, maar het is frappant dat het systeem van de Golf het beter doet dan dat in de nieuwe BMW 5 bijvoorbeeld. Volkswagen ontwikkelt dit soort van dingen ver door, voor het ze beschikbaar maakt. Wat ons het meest aanstond was dat we op 25 tellen voor het eerst onze telefoon gekoppeld hadden en dat de audio-streaming foutloos was. Je mag niet onderschatten hoeveel auto’s bij die basiszaken al de mist in gaan.
Voor het overige blijft de Golf vooral zichzelf. Ergonomie, afwerking en materiaalkeuze zijn nog steeds de goede punten, terwijl je originaliteit en frivoliteit net als van oudsher elders moet gaan zoeken.