De 1.0 TSI, een driecilinder met turbo, deed al in de loop van vorig jaar z’n intrede maar is nog steeds de nieuwste motor in een Octavia. Die krijgt binnenkort ook een nieuwe 1.5 TSI (nu al geïntroduceerd in de vernieuwde Golf), maar die was nog niet beschikbaar. We trokken dus op pad met 115pk en 160Nm en een zesbak waarin we het verzet zelf moeten selecteren (een DSG-automaat met 7 verzetten is een optie).
Correct en comfortabel
Op vlak van stuur en ophanging heeft de Octavia geen bruisende ambities. Voorspelbaar zijn en een correct comfort bieden. Verder komt deze creatie uit Mlada Boleslav niet. Maar hij biedt daarin andermaal perfect wat hij belooft. Zaken die we eigenlijk al wisten. Of de motor dat ook kon, was een vraagteken. Kleine motoren in een relatief groot koetswerk zijn onder te brengen in slechts twee categorieën: zij die het opvallend goed doen en zij die erg teleur stellen. De desillusie valt niet zelden op te tekenen in het departement van brandstofverbruik. Een klein blok ontwikkelt snel een drankprobleem, ofschoon ze op papier allemaal zuinig zijn. Maar de 1-liter hier heeft er geen last van. Skoda geeft gemiddeld 4,8l/100km op (109g/km) en we bleven bij een normale rijstijl aardig dicht in de buurt met 5,6l/100km. Bovendien levert de driecilinder prestaties die meer dan correct zijn (9,9s voor de sprint, top: 203km/u) en herneemt hij soepel en gewillig. Trillen doet hij nauwelijks en z’n klank is discreet. Alleen onder acceleratie hoor je een zweem van de typische driepitterbrom. Net genoeg om niet volstrekt karakterloos te zijn.
De met 3cm toegenomen spoorbreedte zorgt er ook voor dat koetswerkbewegingen net dat beetje beter in de hand worden gehouden en dat de Octavia een tikkeltje snediger reageert op input. Of je dat nu écht kan voelen…